bouwmeesteroppad.reismee.nl

Camperreis 2013 Roemenië deel 2

Deel 2 Roemeniëreis

Zondag 9 juni was weer een reisdag. Toen we alles op de plaats gezet hadden en de kastjes geblokkeerd waren zijn Gert en ik naar de kerk in het dorp gegaan. De dienst in de Orthodoxe kerk begon om 9 uur en zou tot 12.30 uur duren... Een fijne regeling bij dit geloof is dat je kunt komen en gaan wanneer je wilt... Dus wij kwamen binnen tijdens het gelui van de klokken... daar heb ik namelijk iets mee.. Er waren wat oude vrouwtjes met hoofddoek in de banken en wat mannen voorin waarvan er twee de gezangen verzorgden. Vooral de jongste had een prachtige stem. De priester die de mis deed liep achter de wand voorin, hij was af en te toe te zien door een open poortje, hij was aan het zingen en bidden. Er hingen brandende olielampjes voor in de kerk. De hele kerk was prachtig beschilderd met iconen. Toen ik daar zo zat voelde het heel bijzonder om zo omringd te zijn door de afgebeelde bijbel, met het gezang om mij heen. Het was een speciaal moment...

Na een 20 minuten in hoger sferen vertoefd te hebben wandelden we weer terug naar de camping en vertrokken naar de volgende halte. Dit kon rechtstreeks maar wij kozen voor de weg over de pas door het Fagaras gebergte.

Deze was net een paar dagen open. Van een groep Belgen hadden we al gehoord dat hij goed te rijden was alhoewel anderen weer zeiden dat het een slechte weg was... Maar wij gingen ervoor en hadden er zeker geen spijt van... Via de 1 en de 7c reden we door de bergen naar Custea de Arges. Boven lag nog best veel sneeuw, soms wel anderhalve meter hoog maar de uitzichten waren prachtig, het deed ons echt aan Noorwegen denken.

We hadden goede weg maar ook een stuk dat echt een lappendeken was. Maar hij dan wel een die gemaakt was door een slechte naaister... De naadjes sloten niet goed aan en af en toe was er een vierkantje vergeten en in die diepe gaten wilde je niet terecht komen met je wielen... Voor de chauffeur was het wel inspannend rijden.. We waren inmiddels aangekomen in een stuk van Transsylvania wat heel veel weg had van Oostenrijk. Groene bergen en dalen met grote chaletachtige woningen. Prachtig maar ik had het niet verwacht in Roenemië! Doordat we het laatste stuk achter een te zwaar geladen bestelbus reden die veel moeite had de berg op te komen en dit liet merken door een vervelende lucht te verspreiden, kwamen we pas tegen zessen in Bran aan op camping Vampire aan ( http://www.vampirecamping.com/ ) De borrel was al begonnen dus wij schoven naadloos aan! Het zonnetje scheen weer zoals we dat steeds weer hebben als we ergens aankomen, dit geeft je dan meteen weer een goed gevoel en ook zin om dit nieuwe plekje te gaan ontdekken.

Deze camping is van een Roemeense eigenaar die in Nederland woont en de beheerder is ook Roemeens maar spreekt perfect Engels en zoals wij later merkten ook wel wat woordjes Nederlands. En na een nachtje slapen met het getik van de regen op het dak worden we wakker met een stralend blauwe lucht. De stoelen en tafels worden buiten gezet.. De dames halen de bedden af en delen die maandag één wasmachine.. Want hoe dan ook de combinatie van maandag en mooi weer werkt bij de vrouwen toch op de was-spieren... Wie niet bij het wasmachine terecht kon stak zelf maar de handjes in het sop..

We hadden een vrije ochtend waarin iedereen genoot van het zonnetje. We moesten ons om twee uur melden voor de bus naar het kasteel van Dracula..

We konden het vanaf de camping bijna zien staan maar gingen toch met de bus omdat het weer steeds zo onstabiel is. Het kasteel is door Prins Vlad lll bewoond geweest in 1495. Vrijwel alle machthebbers die deze regio in handen wilden krijgen hebben op enige tijd met het kasteel van Bran te maken gehad. De laatsten die het zonder succes aanvielen waren de Turken in 1787.

De roman Dracula die later werd verfilmd werd geschreven door Bram Stoker in 1879. Hij situeerde zijn roman in en rond de valleien van Bistrita. Zijn boek is deels folklore en deels geschiedenis maar het wordt vooral geloofwaardig door zijn accurate beschrijving van Transsylvanië. Roemenië is en land van mythen en verhalen. Zelfs onder de communisten bleven de Roemenen geloven in magische wezens als heksen, elfjes, kabouters en vampiers al in een ver verleden werden deze wezens aangeroepen wanneer men zat te wachten op goed weer voor de oogst, maar even zo vaak hebben ze te maken met de angst voor het onbekende...Een aantal elementen van dit heidense geloof zijn overgegaan in de Christelijke Orthodoxie. Zo zijn in veel kerken de symbolen van de zon en de maan en de tekens van de dierenriem te zien.

Voor de meeste toeristen draait de beroemdste mythe om de Transsylvaanse graaf Dracula. Het fenomeen vampier heeft alles te maken met het wijdverbreide Oost Europese geloof dat gekwelde zielen uit hun graf konden verrijzen en zich in leven houden met het bloed dat ze uit levende mensen zogen. Verhalen over vampiers waren algemeen bekend in Roemenië, Bulgarije en Servië. De historische Dracula was in tegenstelling tot de Bram Stokers Dracula een Munteense prins, Vlad lll, ook wel de spietser genoemd. De Roemenen storen zich niet aan alle verwarring die Stokers Dracula heeft gesticht, en ze deinzen er niet voor terug om Dracula tot op het bot commercieel uit te buiten....

Maar in het kasteel dat wij in Bran bezochten lag zeker niet de nadruk op de mythe rondom Dracula. Het was een mooi ingericht kasteel met klein kamers, smalle gangen en ook smalle kleine trappen en veel torens. Die morgen genoten we allemaal nog van de zon maar net toen we het kasteel bezochten werd de lucht onheilspellend donker en barstte er een flink onweer los... dat gaf wel een apart sfeertje aan het geheel. Tegen 16 uur kwam de bus weer aanrijden en gingen we op weg naar een restaurant in de bergen. We reden weer door een mooi berglandschap met prachtige houten huizen. Het is wel duidelijk dat hier zowel in de zomer als in de winter veel toerisme is.. We waren lekker op weg toen de chauffeur plotseling stopte. “De boes ies kapoet” zei hij en we moesten verder gaan lopen... Maar 3 kilometer.... Zonder mopperen ging de hele ploeg op pad maar na zo'n 500 meter stonden er 4 paardenkarren op ons te wachten en konden we instappen!

De campingeigenaar,Tony, had dit zo georganiseerd en niet veel later passeerde de bus ons luid toeterend! Niks mee aan de hand. Later hoorden we dat de Tony heel verbaasd was geweest dat wij zonder commentaar aan de wandeling begonnen. Hij had dit grapje wel eens vaker zo gedaan maar wij waren de eersten die zonder commentaar gingen lopen

Dinsdag 11 juni was een vrije dag. Het was weer zonnig dus besloten we een gebied te bezoeken wat werd aanbevolen in het boekje Where to watch birds in Eastern Europe. We reden naar Poiana Brasov. Na wat puzzelen hadden we de kabelbaan gevonden. De wandelschoenen aan want het plan was om na wat rondkijken boven te voet weer af te dalen. Appeltje mee, stokken in de hand zagen we bij het kabelbaanstation dat ze op maandag en dinsdag gesloten waren en de rest van de week open… K ….

We gingen nog op zoek naar een kabelbaan in Sinaia, maar inmiddels hingen er donkere wolken tussen de bergen en dat resulteerde in een wolkbreuk zoals wij er da laatste tijd al meer hadden meegemaakt. Dus we waren onverrichter zake tegen drie uur weer terug op de camping waar geen drup gevallen was… We hadden gewoon aan de verkeerde kant van de berg gezeten.. ’s Avonds hadden we op de camping een BBQ met een Vampire wijntje, natuurlijk een rode.. Tony had goed gezorgd en had verschillende BBQ’s klaarstaan. Voor iedereen was er een bordje met verschillende soorten vlees. En frietjes met mayonaise… En frietjes met mayonaise!!!!!! Voor mij had hij gezorgd voor gepaneerde zalm! Zo brachten we de laatste avond op camping Vampire gezellig door.

Woensdag 12 juni trokken we weer verder. De eindbestemming voor die dag was camping Vasskert in Sovata.(www.szovata.hu) Gert had in het National Geographic boekje van Roemenië gelezen over gefortifiseerde kerken in de buurt van Brasov. De mooiste ligt, volgens het boekje in Prejmer. En die was ook bijzonder! 272 huizen of zalen in een muur om de kerk heen..

De muren van de citadel van Prejmer zijn imposant. Ze werden in de 15e tot 18e eeuw in drie fases opgetrokken. De binnenste muren werden voorzien van slaapvertrekken, eetzalen en zuilengangen, zodat de hele bevolking hier hun toevlucht kon nemen tijdens een belegering. De kerk was dan een soort van oase van rust.

Verder op de reis kwamen we nog door verschillende dorpen waar ook deze kerken lagen. Maar deze waren allemaal afgesloten en niet te bezoeken maar het gaf wel een beeld hoe dat het er hier aan toe ging. Het waren plaatsen waar de burgers bescherming konden zoeken tijdens aanvallen van buitenaf.

We reden door een prachtige omgeving, heuvels en dorpjes die daartussen verscholen lagen. Het valt op dat de huizen in deze dorpen er vaak mooi en verzorgd uitzien. Het zijn eigenlijk allemaal lange lintdorpen. Veel stroomdraden overspannen de straten. Dit maakt het moeilijk om in een dorp een foto te maken zonder allerlei draden in beeld.

Er rijden nog wel veel boerenkarren rond met een of twee paarden ervoor. We zien veel gebieden waar niets verbouwd wordt. Dat zijn dan velden met veel bloemen en gras. Misschien wordt het wel gebruikt als hooiland. Verder wordt er veel maïs en zonnebloemen verbouwd. De bevolking is over het algemeen heel vriendelijk, zwaait en zegt goedendag. Wel heeft de camper heeft veel belangstellig, iedereen kijkt verbaasd op en blijft kijken tot we voorbij zijn. Er rijden ook niet erg veel campers rond. Maar je wordt zo wie zo echt bekeken ook als je door het stadje of dorp loopt. Je kunt bijna van hun gezicht aflezen dat ze denken wat komen die hier nu zoeken… Wij weten dat ook nog niet zo. Het is weer een heel ander land dan bijv. Hongarije.. Doordat we nu in deze groepsreis zitten doen we veel steden en kerken. De steden zijn wel bijzonder je ziet heel veel invloeden van alle Duitsers die hier tot het communisme gewoond hebben. Mooie huizen met veel houtsnijwerk en versieringen in het stucwerk tegen de gevels. Dit is in veel gevallen wel verwaarloosd geweest tijdens de communistische tijd. Nu wordt hier wel weer veel aan gerenoveerd. Maar het blijft toch wel een arm land met veel vergane glorie. Zaten we niet in een groepsreis dan zouden we toch meer natuurgebieden gaan bekijken en misschien weer een heel andere indruk krijgen. Er zijn hier wel veel mooie gebieden die een bezoek zeker waard zijn maar dat moeten we dan een andere keer gaan.. In de bossen leven hier nog beren, grijze wolven en lynxen. Voor die beren hebben ze hier ook waarschuwingsborden in het verkeer want er zijn dorpen waar 's avonds de beren de vuilnisbakken komen plunderen.

Goed, we genoten van deze rit binnendoor, van de mooie landschappen, de vogels en Gert zag nog een schreeuwarend! Ook klapeksters, de kleine en de gewone. We reden over een wat op de kaart een kleine gele weg is maar wat je hier wel ziet is dat de kwaliteit van de grotere rode wegen soms slechter is dan de witte of gele weggetjes. Bij deze laatste zit je soms achter een tractor of een paardenkar maar je kunt stoppen waar je wilt en hebt niet zoveel last van de grote vrachtwagens. Met al dat genieten kwamen we pas tegen zessen aan op de camping en zat iedereen al aan de lange tafel voor het happy hour…

Maar doordat we de laatsten waren hadden we wel een plekje aan de buitenkant met wat vrij zicht, want ook deze camping is niet groot…

De camping ziet er prachtig uit, mooi verzorgd en we staan in de boomgaard. De volgende dag is een vrije dag en als na het ontbijt het zonnetje door komt gaan we wandelen naar het Lacul Ursu, het berenmeer. Het heeft deze naam omdat het, als je er van boven op kijkt de vorm heeft van een beer. Dit meer heeft zo’n hoog zoutgehalte dat het diepe water de hitte van de zon vasthoudt. De bovenlaag is kouder dan de onderlaag. Het water zou ook geneeskundige kwaliteiten hebben. Er zijn wat kuuroorden rondom het meer. En daardoor trekt het ook veel voornamelijk Roemeense toeristen. Wij deden een mooie wandeling door de bossen naar het meer toe. Ik ontdekte bloemen die ik nog nooit eerder had gezien en Gert scoorde nog een appeltaartvogel, de kleine vliegenvanger! Er waren veel paddenstoelen in het bos en boven de meertjes veel libelles. We zagen rondom het meer, gewoon tussen de bomen in de bosgrond, hele zuilen van zout. Dit hadden we nog zo gezien.. Door Geologische veranderingen zijn hier rond 1850 deze zoutmeren ontstaan.

We zaten na de wandeling aan een kopje koffie in een café aan het meer. Het zonnetje verdween en binnen no-time viel er een enorme regenbui die maakte dat we geen kant meer op konden. Het terras en de straten stonden al snel blank. We hebben in deze reis nog geen dag gehad dat er toch niet vroeger of later een flinke bui viel… later werd het wel weer droog en hebben we nog lekker genoten van het zonnetje. Gelukkig waren er nog mensen op de camping achter gebleven die onze was hadden gered!

Donderdag 14 juni reden we naar de volgende bestemming: camping de Vuurplaats.(www.vuurplaats.eu) We reden die dag door de een smalle kloof. Het was een lange weg, de kloof was prachtig. Maar er zat ook weer heel veel echt slechte weg tussen. Het is maar goed dat Gert al heel veel ervaring heeft opgedaan op de Afrikaanse wegen… met zijn potholes.. We zagen minder vogels dan verwacht in de kloof. Misschien niet genoeg gespeurd? Al met al hadden we een prachtige route. We kwamen pas na zessen op de camping aan en daar bleken alle campers op een klein veldje erg dicht op elkaar gezet te zijn… Niet iedereen bleek daar erg blij mee.. Wij hadden geluk dat we het zo mochten wij ons campertje op een plek voor de passanten zetten… met een prachtig uitzicht.

Ik vind dat wel een van de nadelen van deze reis, we staan steeds op kleine Nederlandse campings. Want dat is de opzet van Cagrom, om de Nederlandse campings in Roemenië bekend te maken bij een groter publiek. Maar als je met zoveel combinaties op een klein campinkje staat betekend dat ook dat je met 48 mensen 3 toiletten en 3 douches moet delen… Deze campingeigenaren zijn een beetje aparte mensen die bij veel mensen het nekhaar overeind deden staan… Kortom, de stemming was niet echt tevreden! Maar.. de volgende dag kwam er een bus en gingen we met een Duits sprekende gids op weg om een dag rond te kijken in Bucovina zoals de streek hier heet. De eerste halte was bij een klooster uit de 16e eeuw in Moldivista.

Een zeer strenge non sprak ons dreigend toe, we mochten niet filmen en foto’s maken als zij aan het woord was.. en verder had zij de wind er flink onder. Maar ze had wel een goed verhaal over de geschiedenis van dit klooster en ook kon zij alle afbeeldingen op de buiten en binnenmuren van de kerk verklaren. Ze nam hier uitgebreid de tijd voor en af en toe probeerden er wel eens wat mensen af te haken maar die werden zonder pardon weer bij de les geroepen… En het mooie was dat zo’n groepje mannen dan ook nog gehoorzaamden aan haar commando’s. Ze had een erg doordringende stem en z ook zij deed de uitleg in het Duits. Die dag bezochten we ook nog een eiermuseum, waar we een prachtige collectie eieren zagen die met een soort batikmethode werden beschilderd. We deden nog een klooster en een pottenbakkerij waar ze werkten met zwart bakkende klei. Tussendoor lunchten we nog in een groot restaurant en kregen een echte Roemeense maaltijd voorgeschoteld, heerlijk! Als laatste bezochten we ook nog het Sucevitaklooster.

Ook dit was 16e eeuws en prachtig beschilderd. Het was een goed gevulde dag en iedereen was tevreden.

En zo werd het weer zondag en nam John (campingeigenaar) ons mee naar de Roemeens Orthodoxe kerk in het dorp. We stonden allemaal in het vrouwendeel, dat hadden we zo afgesproken. Dit is de achterste ruimte in de kerk, een ruimte verder, ze staan met elkaar in verbinding, is het mannendeel. Daar zingen en bidden de mannen. De vrouwen bidden meer in zichzelf en het is ook wel een sociaal gebeuren, iedereen wordt begroet schouderklopjes en zoenen. Wij kregen soms ook een klopje en werden ook begroet. Later kwam de priester in het vrouwendeel alle namen voorlezen van degenen waarvoor gebeden werd. Het was wel leuk dat onze namen ook allemaal werden genoemd. Daarvoor had John gezorgd door een briefje met onze namen en daarin wat geld gevouwen op het misboek van de priester te leggen. Wat geld erbij zorgt schijnbaar ervoor dat de boodschap beter aankomt boven… Het was een leuke ervaring om dit zo eens mee te maken. We hebben wel gezien dat het hele gebeuren een mannenzaak is bij dit geloof. De mannen staan met de kaarsen in een kring om de priester en alle vrouwen hebben een plaatsje daarachter of in de hal… De vrouwen hebben hier duidelijk een ondergeschikte rol. Na zo de dienst een uurtje te hebben gevolgd verlieten we de kerk weer, bij dit geloof mag dat, je kunt in en uit lopen wat ook wel weer logisch is want zo’n dienst duurt drie en een half uur en dat alles staande…

We wandelden naar een klooster hoger in de bergen. Het is een prachtige omgeving waar we nu verblijven, echt in de bergen met weer heel veel bloemen! Aangekomen bij het klooster ging net de kerk uit en iedereen die de kerk verliet kreeg een rond brood uitgereikt. Bij navraag bleek dat er eerst nog een dode herdacht moest worden. Dat gebeurt bij dit geloof 40 dagen na het overlijden, dan nog eens na een half jaar. En dan nog eens na een, vijf en tien jaar. De priester, twee nonnen en mensen van de familie uit het dorp volgden met vaandels met afbeeldingen van heiligen en broden en fruit. De broden zijn rond en deze symboliseren de oneindigheid van leven en dood. Er werd bij het graf getreurd, gebeden en gezongen en het graf werd versierd met het brood en de meegenomen bloemen en groenten. Het is gebruikelijk dat deze ceremonie wordt afgesloten met een maaltijd. Dit is voor bijna alle families hier een financiële ramp want er komen vaak wel zo’n honderd mensen… Nu was deze maaltijd door de nonnen verzorgd en konden wij tegen betaling mee aanschuiven in de refter aan lange tafels. Natuurlijk werd ook hier eerst weer gebeden voor we de soep konden opscheppen… Het was een echte ouderwetse zondag wat dat betreft…De maaltijd was een eenvoudig maar ook voedzaam dus was het niet verkeerd dat we diezelfde vier kilometer weer terug moesten lopen…

Maandag 17 juni Na al dat gezamenlijk bidden hadden we bedacht om er eens een dagje met z’n tweetjes op uit te trekken. We namen een uitgezette wandelbeschrijving van de camping mee voor een wandeling naar de hoogvlakte. Het werd een prachtige tocht van wel 20 kilometer.

We zijn nu in de Regio Moldavië. Dit ligt in het noord oosten van Roemenië. Dit deel van Roemenië is al in bezit geweest van veel andere landen, Rusland, Turkije, Polen en Habsburg. Het ligt tegen de Oekraïne aan. Het oostelijk deel van Moldavië kenmerkt zich door uitgestrekte vlaktes met hier en daar een landschap van lappendekens. Wij zaten in Bucovina, dat ligt wat meer westelijk in Moldavië. Vanwege de dichte beukenbossen noemden de Habsburgers de streek Buchenwald toen ze dit gebied in handen kregen. Dit werd later door de Roemenen verbasterd tot Bucovina. Het zijn uitgestrekte bossen, niet alleen beuken maar ook veel naaldbomen. In deze bossen leven nog beren, wolven, lynxen, reeën, herten en vossen. Jammer dat we in deze reis niet echt de gelegenheid hebben om eens op onderzoek uit te gaan naar deze dieren maar misschien heb ik dat eerder ook al een keertje gezegd… Maar de wandeling die we vanaf de camping deden gaf wel een goed beeld van het prachtige landschap hier in Bucovina. De handleiding die we hadden meegekregen van de camping bracht ons naar de hoogvlakte. Onderweg zagen we heel veel bloemen, ook de blauwe akelei en de gentiaan. En drie soorten orchideeën waarvan we er één al eerder gezien hadden. Gert ontdekte twee schreeuwarenden die door een buizerd werden gepest. In de plassen op de weilanden sprongen vuurbuikpadden rond en om de natte plekken te vermijden liepen we door het vochtige gras en toen schoten er twee slangen voor onze voeten uit.

De uitzichten waren fantastisch, maar we genoten zo dat we vergaten op de details van de beschrijving te letten. Uiteindelijk wisten we echt niet meer waar we waren op de route dus keerden we om, we hadden zo genoten op de heenweg dat dat geen straf was…

Onze tijd op de vuurplaats was weer voorbij! We hadden mooie dingen gezien tijdens de dagexcursie met de Duitstalige gids, kloosters en het eiermuseum. Heerlijk Hongaars gelunched in een leuke gelegenheid. Het bezoek aan de kerk en de nonnen boven op de berg was een mooie ervaring. De wandeling die we met ons tweetjes deden was zeker voor herhaling vatbaar! Dus niets dan lof en misschien als je op deze camping niet met een hele groep maar alleen met je eigen campertje binnenvalt dat de eigenaars ook wel meevallen/!

We verplaatsten ons op via Vatra Dornei, Bistrita, Reghin, Targue Mures en Mica naar camping Doua Luni in Blajel. We werden weer ontvangen met een hapje en een drankje. Gelukkig deze keer ook wat heerlijke zelfgemaakte limonades. Tijdens dit welkomstdrankje werd het programma dat voor ons was bedacht uitgelegd en het zag er goed uit!

20 augustus 2013 Rond 10 uur vertrokken we naar Medias naar de glasfabriek. We werden vervoerdindrie auto’s; niet iedereen ging mee. De fabriek zag er oud en vervallen uit. Als we hier niet hadden binnengekeken zou ik gedacht hebben dat hij leeg stond. Vroeger werkten hier 5000 mensen nu nog 240. De glasblazers stonden in een kring rondom de vuren. Het waren er een stuk of 20. Rondom liepen dames om de klare productenmet een flinke tang aan te pakken, want alles was nog gloeiend heet. Deze producten werden dan in een lange oven gezet. Aan het eind kwamen ze er afgekoeld uit en vond de eerste controle plaats op fouten in het glas. Vroeger maakten ze hier hele series van producten, nu werd er alleen nog op bestelling gewerkt. Ook de productie van kristal is verleden tijd. De glasblazers, de vakmannen, verdienen 450 euro per maand, de dames daaromheen moeten het met 250 per maand doen. Ze werken in zeer slechte omstandigheden, altijd veel te warm en veel slechte dampen. Het kijken in de vuren zal ook niet best voor de ogen zijn… Maar er werden mooie dingen gemaakt en Gert en ik mochten ook een vaas blazen, proberen dan…

Het bezoek aan de glasfabriek eindigde met een rondleiding door de winkel. Als we in Nederland waren geweest had ik het wel geweten, want voor de prijzen hier kun je voor een habbekrats een prachtig glasservies aanschaffen. Maar ons campertje is maar klein en we hebben geen ruimte genoeg om al deze kwetsbare spullen mee te nemen. Ik kocht nog wel een mooie fruitschaal, niet van glas of kristal maar Robin. Dit schijnt nog een betere soort glas te zijn. Het was niet daarom dat ik hem kocht, maar de kleuren zijn prachtig en hij is een beetje art-deco!

Na een bakkie koffie bij de Italiaan aan de overkant gingen we naar Axente Sever of zoals het ook genoemd wordt: Frauendorf.

Daar bezochten we een wherkerk, oftewel een gefortificeerde kerk. In dit dorp woonden in die tijd Saksen. Het systeem van zo’n wherkerk heb ik aleerder uitgelegd toen we in Pejmer waren geweest. Deze keer hadden we een Nederlandse gids en zij kon ons de uitleg geven die we in Pejmer hadden gemist. We klommen nog vele trappen de toren in waar we een prachtig zicht hadden over het dorp en de omgeving. Alle dorpen zijn hier lintdorpen. De huizen liggen vrijwel direct aan de straat en zijn afgesloten door hoge poorten. Gelukkig zijn de huizen in mooie kleuren geschilderd anders zou het een dooie boel zijn geweest. Meteen achter de poort is een overdekt terras. Dit is overdekt met druivenranken, daarachter is een open stuk met een houten hutje, het toilet. De meeste mensen hebben inmiddels een badkamer maar de “grote” boodschap wordt nog steeds in dat hutje gedaan, want dat vinden ze te vies om binnen te doen. Dan komt de moestuin en daarachter ligt weer de boomgaard. Van bovenaf konden we mooi zien dat alle huizen deze opbouw hadden. Na nog een wandeling door het museum waar de kleding en werktuigen van de Saksische bewoners te zien waren was het tijd geworden voor de lunch en dat gebeurde bij een meer. De Roemenen trekken op zondag massaal naar buiten om te gaan picknicken. In de schaduw onder een boom werden dekens neergelegd en iedereen smeerde er zijn eigen boterhammetje. Hans, de campingeigenaar had goed ingekocht er was voor ieder wat wils..Na deze maaltijd moesten we weer snel terug naar de camping, want er stond nog een wandeling op het programma naar een bijeneters-kolonie en ook nog een wijn proeverij. De bijeneters zaten waarschijnlijk op de eieren of waren al klaar met nestelen, want we zagen veel nestgaten maar het aantal bijeneters viel tegen. We proefden de witte wijn uit de streek en namen meteen maar een flesje mee..

De avond was gevuld met een optreden van een Roemeense dansgroep uit het dorp. Ze konden beter dansen dan zingen, want dat ging nogal eens ontzettend vals.. maar wel hard!

Er kwamen ook nog twee knullen dansen en die deden het bijzonder goed. Ondertussen werd er een maaltijd geserveerd van de BBQ. En na afloop vulden we zelf de dansvloer. Het was een geslaagde avond en zo al met al ook een zéér gevulde dag geweest…

Donderdag 20 juni.Vertrek om 10.00 uur met de bus naar Sighisoara. Dit is een prachtig gelegen stadje, een soort citadel boven op een heuvel. Volgens het boekje is het een van de mooiste stadjes van Transsylvanië. Het burchtcomplex werd aangelegd in 1241 door de Tartaren. De Saksen vestigden zich hier al in de 12e eeuw. De meeste huizen zijn gebouwd aan het eind van de 17e nadat een brand de stad had verwoest. Op het hoogtepunt van de macht had de burcht 14 torens en bastions, waarvan er nog 9 overeind staan, en drie ringen van verdedigingemuren. De 13e eeuwse burcht van Sighisoara wordt volledig omgeven door de benedenstad en lijkt hierdoor wel te zweven.

De huizen zijn allemaal in goede staat en geschilderd in allerlei kleuren. Het doet heel Duits aan. Er zijn veel restaurants en souvenirwinkeltjes. Er is een overdekte houten trap die is aangelegd door de leerlingen van een Duitse school op de heuvel. Als je deze trap neemt kom je op het hoogste punt bij een kerk uit. Wij kregen ruim de tijd om de stad te bekijken. Echt heel veel vonden we er niet te zien, maar terrasjes waren er in overvloed dus…En nog een klein detail, hier staat het geboortehuis van Graaf Dracula!

In de tweede helft van de middag reden we door een licht glooiend landschap naar Biertan. Daar bekeken we een Saksische kerkburcht, een Weerkerk maar eigenlijk moeten we het schrijven als Wehrkerk. Dit keer een hele hoge kerk binnen drie muren. De kerk was sober ingericht. Ook hier was een ruimte om goederen op te slaan, zodat in tijden van aanvallen op hun dorp de dorpelingen bescherming konden vinden binnen de muren van deze kerk.

Er waren ook nog onderaardse gangen die vanonder de kerk op de velden uitkwamen, zodat in tijden van beleg ze toch af en toe wat van de oogst van de velden konden halen. We hadden een goede gids die alles leuk kon vertellen in het, heel toepasselijk, Duits. In ditzelfde dorp vonden we het restaurant waar Hans ons diner had geregeld. We gingen weer met z’n allen aan tafel en moe en voldaan aanvaarden we daarna de terugtocht naar de camping met de bus. Een klein uurtje rijden was het en Wilma had de koffie klaar staan toen we aankwamen.

Het weer is de laatste dagen veranderd, we hebben nu meer het weer dat bij dit land hoort: de hele dag zon en temperaturen rond de 35 graden. Na de koffie was iedereen nog zo warm dat in een mum van tijd iedereen in het zwembad lag. Hans had nog nooit zoveel mensen tegelijk in zijn zwembad gezien… We zwommen in een lange rij in de rondte en zongen:” alle besjes liggen in het water, falderalderiere…

Vrijdag 21 juni. Deze dag hadden we een vrije dag. We hadden al eens geïnformeerd bij Hans of we misschien een wandeling konden maken daar in de omgeving en dat kon wel, hij had wel een tip. Maar we waren wat laat gedraaid en toen was het inmiddels zo warm dat we maar besloten om van de vrije dag ook een echte vrije dag te maken. Beetje lezen, beetje zwemmen en vooral veel in de schaduw zijn… Aan het eind van de middag gingen we nog mee met de dorpswandeling.

Er wonen in en rond dit dorp Blajel 3 groepen Roma’s. De Roma’s komen oorspronkelijk uit India en zodoende kennen en leven zij ook met het kaste-stelsel. Zo woont de ene groep in prachtige huizen, meestal niet helemaal afgebouwd. Deze huizen zien eruit als paleizen.. Veel pilaren, minstenstwee verdiepingen en veel balkons. Vaak zijn deze huizen maar voor een klein deel klaar, maar in dat deel wonen ze al. Deze Roma’s hebben werk als koperslager of dakgotenmaker. Deze mensen bedelen niet. De andere groep bedelt wel en ze wonen met meerdere mensen samen. Ze verkopen producten op de markt of gewoon langs de weg. Ze hebben allemaal een donker uiterlijk, de mannen zien er onverzorgd uit en de vrouwen dragen prachtige gekleurde rokken met veel glinsterdingetjes erop. Ze proberen steeds zich te laten fotograferen en willen daar dan natuurlijk geld voor hebben. Dan is er nog een groep, die volgens Hans in grotten in het bos wonen. Zij worden wel als lastig ervaren, bedelen veel, vallen mensen lastig en leven duidelijk naast de maatschappij, zij behorentot de laagste kaste en ook de andere groepen Roma’s willen ook niets met hen te maken hebben. We zagen dat er in dit dorp van 1500 inwonersvijf kerken van een verschillend geloof zijn. Sommigen hebben maar 20 kerkleden… Maar allemaal wel een kerk in redelijke staat, soms helemaal nieuw. En bij iedere kerk een groot kerkhof. De kerkhoven zijn hier in Roemenië groot want er worden nooit graven geruimd… In onze ogen zien de kerkhoven er wat onverzorgd uit omdat er overal hoog opgeschoten onkruid staat.

Dit is kijken met Nederlandse ogen werd ons verteld, de Roemeen laat het onkruid zo hoog worden zodat hij het later weer als voer aan de dieren kan geven. Ze gooien zo weinig mogelijk weg. De huizen zijn klein en op de voorgevel staat in reliëf in het beton een kruis, zo kun je zien wat het geloof is van de bewoners. In de tijd van Ceausescu mochten de huizen niet groter gebouwd worden dan twee kamers breed. Dat was ruim voldoende voor één gezin vond hij…Een van de weinige voordelen van de Ceausescu tijd was dat iedereen werk had. Wel moesten de vrouwen zich verplicht iedere drie maanden laten keuren en als ze gezond en getrouwd waren en niet zwanger, danmoest er een boete betaald worden. Het volk moest zorgen dat er veel werkkrachten ingezet konden worden…

Op de berghellingen rondom dit dorp zie je nog de lijnen van de wijngaarden die hier vroeger lagen. Vroeger had ook iedereen hier zijn eigen moestuin, boomgaard en wat dieren. Nu gaan er bewoners weg, overlijden of kunnen de grond zelf niet meer bewerken, de grond wordt dan opgenomen in coöperaties. De deelnemers kunnenkiezen om daarvoor goederen of geld terug te ontvangen. Het nadeel is dat je nu erg grote velden met dezelfde producten ziet en er wordt kwistig gestrooid met mest en verdelgingsmiddelen. En dat laatste is misschien ook wel de reden dat we tot nu toe nog erg weinig vogels hebben gezien. Onze begeleidster vertelde ook van vee wat sinds de coöperaties om onduidelijke redenen ziek werd en stierf.

Reacties

Reacties

may

heb je ook nog een vervolg? derde verslag? heel interessant om te lezen
dank je

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!